Reactie op het onderzoeksartikel “Aruba zonder veiligheid: een systeem dat faalt aan de top”
Door de gezamenlijke onderzoeksredactie van Amigoe Aruba en Aruba Intelligence
Oranjestad – Naar aanleiding van het onderzoeksartikel “Aruba zonder veiligheid: een systeem dat faalt aan de top” heeft korpschef Ramon Arnhem van het Korps Politie Aruba (KPA) schriftelijk gereageerd op de bevindingen en vragen van onze redactie.
In zijn uitgebreide reactie benadrukt hij dat het KPA wel degelijk over gespecialiseerde kennis en operationele capaciteit beschikt om op te treden tegen digitale criminaliteit, maar dat er structurele uitdagingen bestaan op het gebied van personeel, middelen en wetgeving.
De korpschef noemt het artikel “professioneel opgesteld”, maar stelt dat bepaalde conclusies “niet juist zijn” en een onvolledig beeld schetsen van de huidige situatie. Hij wijst erop dat digitale opsporing binnen het KPA sinds 2023 is verankerd in de organisatiestrategie, in samenwerking met het Openbaar Ministerie en de andere korpsen binnen het Koninkrijk.
“Cybercrime is complexer dan een gebrek aan mensen of middelen”
Volgens Arnhem is cybercrime een misdaadvorm die zich niet beperkt tot nationale grenzen, wat het werk van de politie aanzienlijk bemoeilijkt.
“Het probleem ligt niet alleen bij capaciteit of middelen, maar bij de complexiteit van het cybercrimevraagstuk zelf. Veel daders bevinden zich in het buitenland, bijvoorbeeld in China of Rusland. Door het ontbreken van rechtsverdragen is het soms moeilijk om direct effectief op te treden,” aldus de korpschef.
Het KPA beschikt volgens hem over negen speciaal opgeleide rechercheurs op het gebied van digitale opsporing, die zowel lokaal als internationaal trainingen hebben gevolgd. Daarnaast is een portefeuillehouder Cybercrime aangesteld, de heer E.J.A. Zara, die het korps internationaal vertegenwoordigt en bijdraagt aan kennisdeling.
Er wordt momenteel gewerkt aan een koersdocument Cybercrime, waarin de structuur, taken en verantwoordelijkheden van het korps op digitaal gebied worden vastgelegd. Ook is binnen de lopende herstructurering voorzien in de oprichting van een Unit Digitale Opsporing die zich specifiek richt op internetcriminaliteit en digitale dreigingen.
Meldingen van burgers worden beoordeeld op strafbaarheid
In zijn antwoord gaat Arnhem in op de kritiek dat slachtoffers van online fraude “van het kastje naar de muur worden gestuurd”.
Volgens hem klopt dat beeld niet, maar erkent hij dat de beleving van burgers begrijpelijk is:
“Wanneer burgers melding doen van digitale oplichting of fraude, wordt per geval beoordeeld of er sprake is van een strafbaar feit onder het Arubaanse Wetboek van Strafrecht. Alleen dan kunnen wij formeel optreden binnen ons opsporingsmandaat.
Als zaken worden doorgestuurd, gebeurt dat niet uit onwil, maar om van elkaars kennis en informatie gebruik te maken.”
Bij complexe of grensoverschrijdende zaken wordt het onderzoek doorgaans ondergebracht bij de Divisie Centrale Recherche (DCR), terwijl minder zware zaken binnen de Divisie Algemene Recherche (DAR) worden behandeld.
Samenwerking met NCTVI en VDA
Arnhem benadrukt dat de samenwerking met de NCTVI (Nationaal Coördinatiebureau voor Contraterrorisme, Veiligheid en Interpol) “constructief en professioneel” verloopt, zowel op preventief als repressief vlak.
Er bestaat nog geen formeel protocol tussen de diensten, maar gezamenlijke acties in de afgelopen maanden tonen volgens hem aan dat de samenwerking functioneert.
“Het is belangrijk te onderscheiden tussen coördinerende en opsporende taken,” legt Arnhem uit. “Cybersecurity valt primair onder de verantwoordelijkheid van de VDA en de NCTVI. Het KPA is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke opsporing van cybermisdrijven. Wij ondersteunen waar mogelijk binnen onze bevoegdheden.”
Juridische kaders en structurele uitdagingen
De korpschef erkent dat het korps te maken heeft met onderbezetting en beperkte technische middelen, maar ontkent dat er sprake is van onmacht:
“Wij kunnen optreden, en dat doen wij ook. De grootste uitdagingen liggen in het aantrekken van hooggekwalificeerd personeel en het actualiseren van juridische kaders die passen bij de moderne digitale realiteit.”
Hij bevestigt dat er binnen de overheid en de veiligheidsketen gesprekken gaande zijn om de wetgeving te moderniseren en het politieapparaat beter uit te rusten voor digitale misdaadbestrijding.
Toekomstvisie: van verdediging naar digitale weerbaarheid
Het KPA ziet zichzelf volgens Arnhem in de toekomst als een belangrijke speler in het cyberdomein, met nadruk op opsporing, preventie en maatschappelijke weerbaarheid.
“Wij blijven samenwerken met publieke, private en internationale partners aan een veilig digitaal Aruba. Vingerwijzen helpt niet, samenwerken wel.”
Arnhem onderstreept dat hij openstaat voor verdere toelichting en dat het KPA altijd bereid is tot transparante communicatie over haar beleid en verantwoordelijkheden.
Conclusie van de redactie
De reactie van de korpschef schetst een genuanceerder beeld dan het kritische uitgangspunt van het oorspronkelijke artikel.
Hoewel het KPA de beperkingen in middelen en wetgeving erkent, benadrukt het korps dat er wel degelijk kennis, inzet en samenwerking aanwezig is binnen de organisatie.
Toch blijft het structurele vraagstuk overeind: de samenhang tussen wetgeving, capaciteit en coördinatie binnen Aruba’s veiligheidsketen is fragiel.
De korpschef erkent dat zelf, maar kiest nadrukkelijk voor samenwerking boven kritiek.
Of die samenwerking voldoende zal zijn om het digitale schild van Aruba te versterken, zal moeten blijken uit de praktijk — niet uit beleidsdocumenten.
Onderzoek van Amigoe Aruba en Aruba Intelligence
Gezamenlijke redactie voor onderzoeksjournalistiek over veiligheid, bestuur en technologie in het Caribisch Koninkrijk.
