Naarmate Aruba zich opmaakt voor de verkiezingen van 6 december, staat Arthur Dowers, een prominente figuur binnen de Arubaanse Volkspartij (AVP) onder leiding van Mike Eman, opnieuw in de schijnwerpers. Ondanks zijn lange politieke carrière roept de kandidatuur van Dowers kritische vragen op, gezien zijn omstreden verleden als voormalig minister van Justitie.
De naam van Dowers is onlosmakelijk verbonden met de beruchte “Foxy Lady”-zaak over mensenhandel. Hoewel de zaak leidde tot veroordelingen en werd geprezen als een mijlpaal in de strijd tegen mensenhandel, kwamen er later beschuldigingen naar boven van gerechtelijke manipulatie en vooringenomen procedures. Critici suggereerden dat invloedrijke figuren in Dowers’ kring mogelijk hebben bijgedragen aan een eenzijdige afhandeling van de zaak, met als doel het internationale imago van Aruba te verbeteren.
Bovendien heeft Dowers tijdens zijn ambtsperiode kritiek ontvangen over zijn beheer van het rechtssysteem. Aantijgingen van systemische corruptie en gebrek aan transparantie in gerechtelijke processen hebben twijfels doen rijzen over zijn toewijding aan hervormingen. Hoewel hij zich recentelijk heeft geprofileerd als voorstander van integriteit door misstanden met publieke fondsen aan te kaarten, blijft zijn verleden een complex beeld schetsen.
Voor de komende verkiezingen is de reputatie van Dowers een mes dat aan twee kanten snijdt. Terwijl hij onder leiding van Eman stabiliteit en ervaring belooft, stellen tegenstanders en sceptici dat zijn geschiedenis wijst op diepere vertrouwensproblemen. De opeenstapeling van controverses rondom zijn bestuur, samen met zijn rol in een omstreden periode van de Arubaanse justitie, laat de vraag open: Kunnen kiezers vertrouwen op een kandidaat die zo nauw verbonden is met beschuldigingen van toezichtsfouten en corruptie?
Dit vormt een uitdagende achtergrond voor de stemming in december, waarin de kandidatuur van Dowers zowel een troef als een risico kan zijn voor de poging van de AVP om terug aan de macht te komen.