ORANJESTAD, het was een ongekende tragedie die Aruba wekenlang in zijn greep hield: vier vissers Davey Croes, Jarred Croes, Aischell Tromp en Marcelo Heyden vertrokken op 12 juli aan boord van de visboot Energy voor wat een gewone visdag moest worden.
Toen ze niet terugkeerden, werd een grootschalige zoekactie op touw gezet. Vliegtuigen, helikopters, marineschepen en zelfs particuliere vrijwilligers doorzochten het Caribisch gebied tot ver buiten de grenzen van Aruba.
Officiële reden van het stopzetten van de zoekactie
De autoriteiten van de Kustwacht Aruba en de Nederlandse marine tot de regering van Aruba benadrukten telkens weer dat “alles uit de kast was gehaald”:
• Er werd gezocht met vliegtuigen en boten in een straal van honderden kilometers.
• Internationale samenwerking werd gezocht met onder andere Venezuela en Colombia.
• Familieleden werden dagelijks op de hoogte gehouden van de voortgang.
Na vijftien dagen werd de zoekactie officieel stopgezet. De officiële verklaring: er waren geen nieuwe aanwijzingen gevonden, alle reële zoekopties waren uitgeput en de kans op overleving was nihil geworden na twee weken op zee.
Bovendien was het zoekgebied volledig opgeschoven naar Colombiaanse wateren, waardoor de operationele leiding logischerwijs werd overgedragen aan de Colombiaanse kustwacht. De families werden hierover in een gezamenlijke meeting geïnformeerd.
De realiteit van maritieme criminaliteit in de regio
Wat echter zelden publiekelijk werd benoemd, is de maritieme veiligheidscontext waarin deze overdracht plaatsvond:
• De noordkust van Colombia, met name rond Santa Marta, Barranquilla en Cartagena, staat bekend als een gebied waar piraterij en gewapende overvallen incidenteel voorkomen.
• Zo werden er dit jaar (maart 2025) en eind 2023 nog gewelddadige incidenten gemeld: een solozeiler werd overvallen en neergestoken voor de kust van Barranquilla, en een vrachtschip werd bij Santa Marta door acht gewapende indringers beroofd.
• Internationale organisaties als de IMB en IMO houden het gebied nauwlettend in de gaten. Schepen worden aangeraden strenge veiligheidsmaatregelen te treffen, zeker bij ankerplaatsen.
• De Colombiaanse kustwacht en marine zijn zich zeer bewust van deze risico’s en voeren regelmatig patrouilles uit.
Hoewel het gebied niet behoort tot de absolute wereldwijde hotspots van piraterij (zoals de Golf van Guinee), is het risico reëel genoeg om altijd extra waakzaamheid te eisen.
Was er sprake van een ‘red flag’ situatie?
Op basis van openbare informatie en officiële verklaringen:
• Er is geen expliciete melding gemaakt van een “red flag” dus een acute, concrete dreiging (zoals een piratenaanval, direct gevaar of vijandige acties) waardoor de zoekactie direct moest worden afgebroken.
• Wel is het zo dat internationale zoek en reddingsteams volgens vaste veiligheidsprotocollen werken: zodra het operationele risico te hoog wordt, of men buiten de eigen jurisdictie komt, wordt de leiding overgedragen aan lokale autoriteiten.
• Het feit dat de zoekactie werd stopgezet en overgedragen aan Colombia juist in een gebied met verhoogde criminele dreiging, suggereert dat het veiligheidsaspect, hoewel niet publiekelijk als hoofdreden benoemd, wel degelijk meespeelde in de besluitvorming.
• Colombianen zijn beter uitgerust, hebben lokale kennis en beschikken over wettelijke bevoegdheden om in hun wateren effectief te opereren, ook in contexten waar maritieme criminaliteit een rol kan spelen.
Analyse en conclusie
Hoewel de officiële lezing blijft dat de zoektocht “is gestopt omdat alles was geprobeerd”, kan uit de feiten worden opgemaakt dat het veiligheidsrisico in Colombiaanse wateren een onuitgesproken, maar zwaarwegende factor is geweest in de overdracht van de zoekoperatie. Er is geen bewijs van een directe aanval of expliciete bedreiging tegen de zoekteams. Maar de recente incidenten met piraterij, in combinatie met het verlaten van Arubaanse jurisdictie, maken het aannemelijk dat de overgang naar Colombia niet alleen uit praktische, maar ook uit veiligheid en risico-overwegingen plaatsvond.
Kortom: de beslissing om de zoekactie te beëindigen en over te dragen aan Colombia was officieel het gevolg van een uitgeput zoektraject, maar werd ongetwijfeld mede ingegeven door het verhoogde veiligheidsrisico in de regio een “red flag” die niet publiekelijk werd benoemd, maar in de praktijk niet genegeerd kon worden.