ORANJESTAD februari 6, 1976. Tijdens een telefoongesprek dat MEP-leider Betico Croes vanuit Den Haag hedenmorgen met gedeputeerde ing. Roland Lacle op Aruba voerde, verklaarde de MEP-leider van plan te zijn na terugkeer te trachten de medewerking van de PPA te krijgen om te komen tot een bilateraal overleg met Nederland. De besprekingen met de minister voor Antilliaanse zaken De Gaay Fortman hebben tot gisteravond laat geduurd en ondermeer kreeg de MEP-delegatie het advies mee een sociaal-economisch plan voor Aruba op te stellen.
Betico Croes vertelde dat de besprekingen goed verlopen waren. Misschien had men op Aruba anders verwacht, maar men is in Nederland nu terdege op de hoogte van het Arubaanse standpunt en er wordt rekening mee gehouden.
Planmatig
Misschien is de indruk gewekt, vooral door de reizen naar Latijnsamerikaanse landen, dat Aruba overhaast naar de onafhankelijkheid gaat, aldus Croes, maar wij werken daar planmatig aan. Overigens is Aruba secundair ook verantwoordelijk voor de andere eilanden van de Antillen, zo voegde hij eraan toe. Er is sprake geweest van een audiëntie van de Arubaanse delegatie bij de koningin en van gesprekken met premier Den Uyl en met minister Van der Stoel van Buitenlandse Zaken. Volgens minister De Gaay Fortman gaan die niet door.
De Arubaanse delegatie bestaat uit leden van de MEP (Movimiento Electoral di Pueblo), de grootste partij op Aruba. Die staat onafhankelijkheid van Aruba voor, eventueel in een gemenebest-verband met Nederland, maar buiten een federatie met de andere vijf eilanden van de Nederlandse Antillen. Tot december was de MEP met drie ministers in de Antilliaanse regering vertegenwoordigd. Naar aanleiding van de bezoeken aan Latijnsamerikaanse landen ontstond onenigheid. De drie ministers werden vervangen door drie PPA-ministers. De PPA is de tegenhanger van de MEP op Aruba.
MEP-STREVEN KRIJGT GEEN STEUN IN LATIJNS AMERIKA
Betico loopt blauwtje in Den Haag
DEN HAAG. Nederland geeft de Arubaanse delegatie geen steun in haar streven naar een onafhankelijk Aruba. Minister De Gaay Fortman van Nederlands-Antilliaanse Zaken heeft dat gisteravond gezegd na een tweede gesprek met die delegatie. Als Aruba een andere verhouding tot het koninkrijk wil, moet de Antilliaanse regering dat eerst regelen vóór de rijksregering zich ermee kan bemoeien, aldus de bewindsman. Op een eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid op Aruba wilde de minister niet ingaan. Hij gaat er van uit dat de bestaande rechtsorde wordt nageleefd. Een rechtsorde wordt niet gewijzigd doordat iemand zegt: ik houd mij er niet aan, aldus de minister.
Binnen die rechtsorde (Statuut, Staatsregeling en Eilandenregeling), is volgens hem veel mogelijk. Een bezoek van de delegatie die uitsluitend bestaat uit leden van de MEP (de grootste Arubaanse partij) aan de dekolonisatiecommissie van de Verenigde Naties in New York noemde De Gaay Fortman zeer onverstandig. Daar komen elke dag mensen die onafhankelijk willen worden. Een aanvraag van Aruba wordt aangeroerd en dan verdwijnt hij in het gunstige geval in de archieven, zo zei hij. Ook de bezoeken van MEP-delegaties aan Latijnsamerikaanse landen vond hij onverstandig.
Inmiddels zijn via de Nederlandse ambassades in Venezuela, Colombia en Panama rapporten binnengekomen over die bezoeken. Regeringen van die landen hebben kennis genomen van het MEP-streven naar onafhankelijkheid, maar wensen dat niet te steunen, zo blijkt uit de rapporten. De minister vertelde dat deze drie landen tegen versnippering van het Caribisch gebied zijn omdat vreemde mogendheden dan te veel voet aan de grond kunnen krijgen.
Oppositie-verwijt in eilandsraad:
BC maakt misbruik van goedvertrouwen
ORANJESTAD. – De Arubaanse eilandsraad die reeds vele uren heeft gewijd aan de reizen die door de MEP-delegatie naar de nabuurlanden werden gemaakt, zette vanmorgen het debat over de Panamareis voort. Voorzitter Jossy Tromp hanteerde stevig de hamer en stelde enige malen dat de leden zich bij het agendapunt dienden te houden. Toen ged. Caspar Boekhoudt bij beantwoording van vragen stelde dat de heer Frank Croes een vraag had gesteld maar dat hij deze niet wenste te beantwoorden omdat deze niet terzake doende was, werd hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien toegestaan werd dat deze vraag werd gesteld dan heeft hij als gedeputeerde de plicht, te antwoorden.
Tot slot diende Guillermo Trinidad namens AVP en PPA een motie in waarin teleurstelling werd uitgesproken over de reis naar Panama. De heer Trinidad diende de volgende motie in:
Overwegende
- Dat de eilandsraad van Aruba en zeer in het bijzonder de partijen AVP en PPA, die niet in het eilandsbestuur zijn vertegenwoordigd, op 18 augustus 1975 in goed vertrouwen hun stem hebben gegeven teneinde exponenten van het eilandsbestuur in staat te stellen ook in het buitenland de gedachte van de door hen gepredikte status aparte uit te dragen;
- Dat het BC van Aruba werd gemachtigd om de betreffende delegaties samen te stellen;
- Dat inmiddels reizen hebben plaatsgevonden naar Venezuela en Panama;
- Dat de organisatie van beide reizen duidelijk te wensen heeft overgelaten;
- Dat het besprokene gedurende deze reizen ondanks de stortvloed van woorden zijdens de delegatieleider nog steeds zijn gehuld in een waas van geheimzinnigheid, en dat er geen aanwijzingen bestaan dat concrete resultaten zijn geboekt;
- Dat in Panama de delegatie niet eens werd ontvangen door de hooggeplaatste autoriteiten met wie van te voren afspraken zouden zijn gemaakt;
- Dat volgens bekomen inlichtingen uit Panama de meeste tijd werd gespendeerd aan het bezichtigen van de vrije zone, en aan het aanhoren van lezingen en zien van films over de vrije zone.
Besluit:
Onze teleurstelling uit te spreken over het beleid van het BC ten aanzien van een daadwerkelijke uitvoering van de motie van 18 augustus.