Oranjestad, Aruba — 8 augustus 2025:
Mike De Meza en zijn juridische team hebben met teleurstelling kennisgenomen van het vonnis van het Hof, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Het Hof baseerde deze beslissing op jurisprudentie van de Hoge Raad, die volgens de verdediging niet van toepassing is op Aruba.
De verdediging had de intentie om, bij een voor hen ongunstige uitspraak, de zaak voor te leggen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Volgens het team van De Meza heeft het Hof dit traject omzeild door de zaak in deze fase al niet-ontvankelijk te verklaren.
Hoewel De Meza en zijn raadsman het fundamenteel oneens zijn met de beslissing, en met name het uitblijven van een inhoudelijke behandeling, accepteren zij dat er nu in deze procedure geen verdere rechtsgang openstaat.
Verzoek aan het Openbaar Ministerie
De verdediging stelt dat het Hof geen uitspraak heeft gedaan over de kern van de zaak. Zij zullen het Openbaar Ministerie (OM) dringend verzoeken hun standpunt te herzien. Indien nodig zijn zij bereid opnieuw naar de rechter te stappen of de zaak alsnog Europees aan te vechten.
Volgens de verdediging gaat het hier om ernstige en voortdurende schendingen van de rechten van De Meza:
- Geen gedetailleerde kennisgeving, in strijd met artikel 6 lid 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens – De Meza is niet in detail geïnformeerd over de verdenkingen tegen hem.
- Schending van het recht op een eerlijk proces, door onnodige vertragingen en, naar eigen zeggen, opzettelijke vertraging in de strafprocedure.
De Meza’s team noemt de houding van het OM onbegrijpelijk en stelt dat dit de reeds bestaande vertrouwensbreuk in het openbaar ministerie binnen de Arubaanse gemeenschap verder vergroot.
Volledige verklaring van de advocaat van De Meza
COMUNICADO DI PRENSA
Met teleurstelling hebben de heer De Meza en zijn verdedigingsteam kennisgenomen van het vonnis van het Hof van vandaag, 8 augustus 2025. Het Hof heeft de heer De Meza niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Het Hof baseert zijn beslissing op jurisprudentie van de Hoge Raad, waarvan de verdediging van mening was en is dat deze niet van toepassing is op Aruba. Helaas is er in deze procedure geen mogelijkheid om naar de Hoge Raad te gaan. Het lijkt er eerder op dat het Hof heeft besloten de ‘easy way out’ te nemen.
Het was de bedoeling om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te gaan als de zaak negatief zou uitvallen op de inhoud van de zaak. Het Hof heeft dat met deze uitspraak vermeden. Hoewel Mike De Meza, samen met zijn verdedigingsteam, het niet eens is met het standpunt van het Hof, zal – gezien de tijd die verloren gaat en het feit dat de inhoud van de zaak niet is behandeld – deze weg nu niet verder worden gevolgd.
De heer De Meza en het verdedigingsteam blijven bij de argumenten waarover het Hof geen beslissing heeft genomen en zullen nogmaals van het OM eisen dat zij hun onbegrijpelijke standpunt wijzigen. Indien nodig zullen zij naar de rechter gaan en zo nodig het Hof opnieuw inschakelen. Op dat moment zal, ondanks dat er een andere mening bestaat, de weg gevolgd worden zoals het Hof die aangeeft, en zo nodig zal hij zich daarna alsnog wenden tot het Europees Hof. Dit in het geval dat het Hof het Openbaar Ministerie blijft steunen in de voortdurende en ernstige schendingen van de rechten van de heer De Meza.
Die schendingen bestaan uit het weigeren om de heer De Meza, zoals artikel 6 lid 3 EVRM bepaalt, gedetailleerd te informeren over waarvan hij wordt verdacht, en ook uit het schenden van zijn recht op een eerlijk proces zonder onnodige vertraging en zeker zonder opzettelijke vertraging van de strafprocedure, met alle gevolgen van dien voor de heer De Meza en ook voor het algemeen belang van Aruba.
De houding van het Openbaar Ministerie om op zo’n ernstige wijze de rechten van de heer De Meza op een eerlijk proces te schenden, is des te onbegrijpelijker en blijft ook het wantrouwen in het Openbaar Ministerie voeden dat al leeft in onze gemeenschap.