Acht bepalingen in de Rijkswet HOFA zetten autonomie onder druk
Oranjestad – De nieuwe Rijkswet Houdbare Overheidsfinanciën Aruba (HOFA), die volgens Den Haag bedoeld is om “duurzame begrotingsdiscipline” te bevorderen, roept op Aruba groeiende zorgen op over de verlies van financiële en bestuurlijke zelfstandigheid.
Volgens deskundigen bevat de wet meerdere bepalingen die de facto leiden tot structurele afhankelijkheid van Nederland.
Hieronder de acht grootste bedreigingen voor Aruba’s financiële onafhankelijkheid volgens een analyse van het wetsvoorstel.
Centraal toezicht vanuit Den Haag
De Rijkswet geeft het College Aruba financieel toezicht (CAft) uitgebreide bevoegdheden om de Arubaanse begroting, kwartaalrapportages en jaarverslagen te beoordelen en zelfs te verwerpen.
Indien Aruba niet aan de normen voldoet, kan de Raad van Ministers van het Koninkrijk via een Koninklijk Besluit ingrijpen in de Arubaanse begroting.
Dit beperkt het parlementaire recht van Aruba om zelfstandig beleid te voeren.
Leningen alleen met toestemming van Nederland
Volgens artikelen 9 en 10 mag Aruba enkel lenen als het voldoet aan de door Nederland vastgestelde “leenfaciliteit”.
Elke lening moet worden gemeld aan het CAft, dat de voorwaarden beoordeelt.
Aruba’s toegang tot kredietmarkten hangt zo volledig af van Nederlandse goedkeuring.
Bevriezing van de begroting bij overtreding
Wanneer Aruba de financiële normen niet naleeft of te laat rapporteert, kan het CAft de uitvoering van de begroting opschorten.
In dat geval blijft automatisch de begroting van het voorgaande jaar gelden.
Dit kan de regering lamleggen en economische planning verstoren.
Nederland beslist over Arubaanse wetten
Artikel 38 bepaalt dat Aruba geen eigen begrotingswet mag wijzigen of intrekken zonder voorafgaande toestemming van de Raad van Ministers van het Koninkrijk.
Dit ondermijnt de wetgevende autonomie van de Staten van Aruba.
Nederland kiest de toezichthouders
De leden van het College Aruba financieel toezicht worden benoemd door de Raad van Ministers van het Koninkrijk, niet door Aruba.
Slechts één van de drie leden is Arubaan; de overige zijn door Nederland of gezamenlijk benoemd.
Het toezicht wordt dus in de praktijk geleid vanuit Den Haag.
Schulden en herfinanciering in Nederlandse handen
De Rijkswet bepaalt dat Nederland Aruba’s buitenlandse leningen kan herfinancieren en het renteniveau bepaalt.
Hoewel dit tijdelijk gunstig lijkt, creëert het structurele afhankelijkheid van Nederlandse leenvoorwaarden.
De staatsschuld van Aruba wordt gekoppeld aan Nederlandse politieke besluiten.
‘Tijdelijke’ wet zonder einddatum
De Rijkswet HOFA geldt “totdat Aruba drie jaar op rij aan alle normen voldoet”.
Pas daarna mag de Rijksministerraad beslissen of het toezicht wordt opgeheven.
In de praktijk kan dit betekenen dat de tijdelijke regeling onbeperkt voortduurt.
Beperkt recht op beroep
Als Nederland een aanwijzing geeft, kan Aruba alleen in beroep bij de Raad van State van het Koninkrijk, een orgaan dat onder de Kroon valt.
Een onafhankelijke rechterlijke toets ontbreekt.
Hierdoor heeft Aruba geen volwaardige juridische bescherming tegen ingrijpen uit Den Haag.
Analyse – Tussen toezicht en afhankelijkheid
De Rijkswet HOFA wordt gepresenteerd als een instrument om de financiële huishouding van Aruba te versterken, maar volgens critici schuift de machtsbalans binnen het Koninkrijk verder richting Den Haag.
De wet koppelt Arubaanse beleidsruimte, krediettoegang en wetgeving aan goedkeuring van Nederlandse instanties.
Een lokale econoom vat het samen als volgt:
“Zolang Nederland bepaalt of Aruba aan de voorwaarden voldoet, blijft onafhankelijkheid een theoretisch begrip.”
Conclusie
De acht bepalingen tonen aan dat de Rijkswet HOFA verder reikt dan financieel toezicht alleen:
ze verankert een systeem waarbij Nederland uiteindelijk bepaalt wat Aruba mag uitgeven, lenen en beslissen.
Wat bedoeld is als waarborg voor begrotingsdiscipline, kan uitgroeien tot een permanente beperking van Aruba’s financiële soevereiniteit.





